36 Putter

Putter

Carduelis carduelis

De Putter
© Steven Round 
Orde : Zangvogels (Passeriformes)
Familie : Vinken (Fringillidae)
Lengte : 12 tot 14 cm
Geluid :  
Biotoop : Agrarisch gebied, Struiken
Periode : Gehele jaar
Aantal broedparen : Ruim 30.000
Toename of afname : Sterke toename

Kenmerken

De rug is bruin van kleur
De buik is gedeeltelijk wit en gedeeltelijk bruin van kleur
Het gezicht is rood, omgeven door een brede witte rand
De nek is zwart van kleur
Over de vleugel loopt een brede gele streep

Omschrijving

De putter is door de bont gekleurde kop van zowel het mannetje als het vrouwtje een onmiskenbare vogel die met geen enkele andere vogel te verwarren is. In de vlucht valt vooral de brede, gele vleugelstreep over de verder zwarte vleugel op. Ook de zang van de putter is duidelijk herkenbaar en bestaat uit een snelle opeenvolging van korte, gevarieerde tonen. De putter laat de zang vooral in de vlucht te horen.

Buiten de broedtijd wordt de putter vaak in groepjes gezien in de buurt van distels. Om deze reden wordt de putter ook wel distelvink genoemd. De snavel van de putter is lang voor een vinkachtige, zodat de vogel makkelijk bij de zaden van distels en klissen kan komen, hierbij hangt de putter vaak ondersteboven.

36 Putter P1030572

 

 

 

HomebuttonVWGG