De kop, borst en onderzijde zijn donkergrijs van kleur
De bovenzijde is bruin met een donkere tekening
Op het achterste deel van de flanken bevinden zich zwart-witte banden
De snavel is lang en rood gekleurd
Omschrijving
De waterral komt voornamelijk voor in dichtbegroeide moerassen en heeft zich uitstekend aangepast aan het leven in deze gebieden. Het lichaam van de waterral is zijdelings enigszins afgeplat, zodat de vogel zich makkelijk langs rietstengels kan bewegen. Bij gevaar vliegt de vogel soms over korte afstanden weg, maar zoekt toch het liefst de beschutting van het riet op. Vooral jonge vogels zijn te verwarren met het waterhoen, maar bij volwassen vogels vallen onmiddellijk de bruine rug en de lange snavel op. De vogels laten zich weliswaar niet vaak zien, maar maken hun aanwezigheid geregeld duidelijk door een kenmerkend, gillend geluid, dat een aantal keer steeds zwakker herhaald wordt.
Ook het nest wordt gebouwd in dicht riet, meestal vlak boven het water. In de winter wordt de Nederlandse populatie uitgebreid met overwinterende exemplaren uit Oost-Europa. Alleen bij strenge vorst trekken de meeste vogels verder naar het zuiden. De waterrallen die in Nederland achterblijven zijn in deze perioden wel vaker te zien, omdat de vogels gedwongen worden om groter water op te zoeken dat nog niet dichtgevroren is.